Harkerige stijl, klankloze vertelstem !
Van een nieuwkomer uit Noorwegen vraag je je onvermijdelijk af of hij een aanwinst is voor het Scandi-thrillergenre.
In zijn debuut 'Iselin was bijna thuis', neemt Ørjan Karlsson je mee naar de regio van de Lofoten-archipel waar een ervaren speurder en een jonge, scherpzinnige rechercheur uitgedaagd worden door een zieke geest die het op jonge vrouwen gemunt heeft.
Leg dit thema en deze setting in de handen van vergelijkbare auteurs zoals Viveca Sten, Johan Theorin, Michaela Bley, Arnaldur Indridason (toch wat zijn beste werk betreft) enz. en je krijgt een boek waarin je wilt wonen. Ørjan Karlsson, daarentegen, zet de deur maar op een kier. Je lijkt nooit echt welkom te zijn.
Dat heeft alles te maken met een gebrek aan een krachtige vertelstem. Te vaak kabbelt het verhaal voort. Als hij wil scoren bij de lezer dan voelt dat gekunsteld aan. Nergens voel je urgentie, noch wordt het plot tot een naadloos geheel gesmeed. Bovendien worden de relaties tussen personages met literair potentieel niet uitgediept.
Omdat taal en stijl de kracht en de levendigheid van verhalen bepalen moet een auteur deze tools beheersen. Dat is niet het geval bij deze Noorse debutant. Zijn stijl is houterig en kaal. Goed lopende zinnen die in andere zinnen overvloeien zijn de uitdaging van elke schrijver!
En dan zijn er nog onthoofde frases zoals:
'Stampte met zijn voeten.'
'Stroomde over.'
'Wachtte.'
Dit is respectloos taalgebruik dat trouwens tegendraads werkt als je op zoek bent naar een op rolletjes lopende tekst!
Voeg daar nog bij dat dit boek nergens de diepte ingaat, noch qua plot, noch qua maatschappelijke relevantie, noch wat de ziel van de personages betreft... en je blijft behoorlijk op je honger zitten!
'Iselin was bijna thuis' is een lange communicatiestoornis tussen een verteller en zijn luisteraars!
Een aanwinst voor het Scandi-genre is deze nieuwkomer dus niet...
★★